Duinen bij Heemskerk - Zeedorpenpad

  • 3.1 KM
Beheerder
PWN
Startpunt
Wijk aan Zee, ingang De Rellen, komende van Beverwijk vanaf de Verlengde Voorstraat rechtsaf het Boothuisplein in, aan het eind van de Meeuwenweg

Toon aanrijroute

Parkeergelegenheid
Bij startpunt route
Type markering
De route is gemarkeerd door paaltjes met een groene driehoek
Kenschets
Waar de zoute zeewind het de begroeiing moeilijk maakt en de vogels zich thuisvoelen in de luwe valleien
Omschrijving
Algemeen
Het duinterrein bij Heemskerk wordt gekenmerkt door grote valleien die aan de oostzijde worden begrensd door paraboolduinen van wel 1,5 km lang. Het uitzichtduin op de Kruisberg ligt op zo'n groot paraboolduin. De grote vallei ten oosten van de Kruisberg leende zich bij uitstek voor grootschalige landbouwontginning. Deze ontginning begon omstreeks 1880, maar de grote landbouwcrisis van 1895 maakte er een eind aan. Later werd het ontgonnen terrein op veel kleinere schaal gebruikt voor groente- en aardbeienteelt. De groenten en aardbeien waren voor de Amsterdamse markt en op de terugweg werd uit de grote stad 'beer' of mest meegenomen. In de tijd dat er nog geen riolering was, vervulde de beerton die functie. Daarom komen op enkele percelen nog steeds veel stenen pijpenkoppen en scherven tevoorschijn, die ooit in Amsterdamse beerputten zijn gegooid. Veel van deze tuinbouwpercelen zijn inmiddels verlaten en vooral langs de Kruisbergweg omgezet in speelvelden.

Ten westen van de Kruisberg zijn veel valleien in de jaren 30 van de vorige eeuw in werkverschaffing beplant met Oostenrijkse dennen. Deze bomen zijn erg beeldbepalend in het middengedeelte van het duinterrein. Naar het westen toe neemt de hoogte van de bomen af en maken ze geleidelijk plaats voor struikachtige begroeiing. Nog westelijker bepaalt natuurlijk duingrasland het beeld. De strandopgang naar het Heemskerkse strand is alleen per fiets bereikbaar en daarom nog relatief rustig, zelfs op mooie zomerdagen.

Dennen
De dennen die u hier ziet, horen van nature niet in de duinen thuis. De zoute zeewind veroorzaakte al vanaf het planten van de dennen groeiproblemen. Ook de eiken laten duidelijk zien dat ze beslist niet op de beste groeiplaats staan. In het late voorjaar en de vroege zomer staat het grasland hier vol met gele ratelaar, een kenmerkende plant rond de zeedorpen.

Liguster
De weg voert midden door een wijde vallei. Halverwege is het drinkwaterproductiebedrijf "Wim Mensink" van PWN te zien. In de afdaling loopt u een beboste vallei in waar meidoorn en vlier het zicht bepalen. Dat ze het moeilijk hebben om zich in de wind te handhaven is goed te zien. Aan de westkant (windkant) zijn ze aardig kaal en de kruin wijst in oostelijke richting. In de rechterbocht is opnieuw het productiebedrijf te zien. In dit gebied lossen verschillende grote en kleine valleien elkaar af. In de vallei is de ligusterdeken heel opvallend. De ligusterstruiken hebben zich volledig aan het leven met de wind aangepast, en een dwergvorm aangenomen. Dit beeld is heel kenmerkend voor de zeereep van de omgeving van Wijk aan Zee. Dat de zeereep duidelijk te lijden heeft door ongewenste beklimming is wel duidelijk; de zandpaden zijn onmiskenbaar.

Luwe valei
Het lawaai en de contouren van Tata Steel (Hoogovens) begeleiden u verder op uw wandeling. De valleien onderweg wisselen af met beurtelings lage en hogere vegetatie. Waar de wind wegvalt, in de luwe valleien, zijn de struiken hoger. Juist die luwe valleien zijn het domein van heel wat vogels die er broeden. Aan het eind van de vallei stijgt de weg en heeft u een beeld op Wijk aan Zee. Tegen het duinreservaat aangeleund ligt revalidatiecentrum Heliomare. Wat verder weg ligt het eigenlijke dorp, dat hier en daar nog oorspronkelijke elementen heeft.

Aardappelteelt
Begin vorige eeuw was het weiden van vee rond de zeedorpen nog heel gewoon. Toen het vee verdween veranderde de begroeiing snel. Het duin werd ruiger. Verschillende planten en dieren van het voorheen laag begroeide gebied dreigden te verdwijnen. Om dat te voorkomen grazen nu weer geiten, schapen en koeien op verschillende plaatsen in de duinen. In de 19e eeuw werd ontdekt dat er aardappels in de duinen konden worden geteeld. De oogst was meestal mager, door gebrek aan voldoende mest. Aardappelmoeheid, een gevreesde aardappelziekte, kwam in de duinen echter niet voor. Door daling van het grondwater werden de akkertjes steeds dieper uitgegraven. De grond werd op de rand gestort, waardoor de randen hoger werden. De rechthoekige vormen van de voormalige tuinbouwlandjes zijn nog steeds herkenbaar.
Bron
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Vond je dit een leuke route?