Duinen bij Egmond - De Mient

  • 4.1 KM
Beheerder
PWN
Startpunt
Ingang Diederik, ten westen van de Herenweg tussen Bakkum-Noord en Egmond-Binnen

Toon aanrijroute

Parkeergelegenheid
Bij startpunt route
Type markering
De route is gemarkeerd door paaltjes met een groene driehoek
Kenschets
Een route via kronkelige paden waar bos- en struweelvogels hun liederen laten horen
Omschrijving
De inwoners van 'De Egmonden': Egmond aan Zee, Egmond aan den Hoef en Egmond-Binnen hebben al van oudsher de duinen in gebruik. Zo is het aan hen te danken dat het duinterrein bij Egmond-Binnen nog altijd wordt gekenmerkt door een redelijk ongeschonden binnenduinrand met lage duintjes. Bijna overal in de kustgebieden is dit zogenaamde mientenlandschap omgezet in bloembollenakkers (de geestgronden achter de duinen). Maar de Egmonders beweiden deze gronden al eeuwenlang met koeien, waardoor het landschap open is gebleven. Dankzij de combinatie van eeuwenlange begrazing en kalkrijk kwelwater zijn deze binnenduingraslanden bovendien erg bloemrijk: in juni zien ze rood en geel van de grote ratelaar en rietorchis. Vanaf de Van Oldenborghweg ziet u dit landschap in z'n volle glorie; met een geweldig uitzicht op Egmond-Binnen en de karakteristieke contouren van de Abdij van Egmond. Het kalkrijke grondwater dat hier aan de oppervlakte uittreedt, vormt op sommige plaatsen poelen met een rijke amfibieënpopulatie. Er leven onder andere gewone padden, rugstreeppadden en salamanders. De talrijke dennenpercelen in het duinterrein zijn aangelegd in de jaren dertig van de vorige eeuw, in het kader van de werkverschaffing. Werklozen moesten de grond drie steken diep omspitten en er vervolgens 16.000 jonge dennen per hectare in planten. Nu zijn deze bossen circa 80 jaar oud en beeldbepalend in het duinlandschap.

De wandeling begint in een begrazingsgebied, waar jong vee en paarden de sterke vergrassing van de binnenduinrand tegengaan. Die vergrassing is het rechtstreekse gevolg van neerslag, die onder andere stikstof op het duin brengt. Een klein aantal soorten planten profiteert van deze bemesting door zeer uitbundig te groeien. Hierdoor blijft er voor oorspronkelijke en veel kleinere duinplanten weinig ruimte over en bovendien kunnen hun zaden onder het dichte grasdek niet kiemen. Daarbij komt nog dat een aantal ziekten (myxomatose en VHS) de konijnenstand dramatisch heeft verminderd. Juist die konijnen hielden de duinbegroeiing kort. Om te voorkomen dat het duin dichtgroeit, wordt nu vee ingezet.

In herfst- en winterseizoen staat hier op plekken soms opvallend veel water. Dat beeld was vroeger langs de hele binnenduinrand normaal. De duinen wateren namelijk af naar de zee én de polder. In een droge periode, met een laag grondwaterpeil, is in deze omgeving behoorlijk wat duin afgezand (afgegraven ten behoeve van zandwinning). Met het weer stijgen van het grondwater komt het grondwater soms net onder of juist boven de oppervlakte.

Aan de overkant van de Heerenweg, iets ten zuiden van de ingang tot het begin van deze wandeling is het oorspronkelijke nollenlandschap nog duidelijk te zien. Dit is een landschapstype van steeds lager wordende duintjes. Die duintjes vormen het overgangsgebied tussen duinmassief en polderland. Dit landschap is vooral goed te zien in het gebied Koningsbos, een interessant deel van het Noordhollands Duinreservaat.
Langs deze wandeling komt u veel verschillende bostypen tegen, zoals gemengd bos (dennen en loofbos), gemengd loofbos (verschillende loofhoutsoorten door elkaar) en uitsluitend dennen- of loofbos van één soort (eiken). Elk bostype heeft een geheel eigen sfeer en ondergroei. Die verschillen in boomsoorten en -hoogten zorgen ook voor verschil in vogelbevolking. Het bos dat u hier tegenkomt. is goed gestructureerd gemengd bos. Het bos heeft een ongelijke leeftijdsopbouw en bestaat uit veel verschillende soorten waarin de esdoorn domineert. De gevleugelde zaden van de esdoorn kunnen grote afstanden overbruggen. In delen van het Noordhollands Duinreservaat bepaalt de esdoorn daardoor het gezicht van het loofbos.

De stolpboerderij Berwout is in de bosrand nog net zichtbaar. Er zijn verschillende pogingen gedaan om boerderijen in de duinen te exploiteren. Dat was geen succes door de karige bodem, gebrek aan voldoende mest en de wisselende grondwaterstanden. Alleen de boerderijen langs de binnenduinrand overleefden. In de negentiende eeuw begon het aantal inwoners van Nederland te stijgen. Daarmee steeg tevens de vraag naar landbouwgrond voor voedselproductie. Hiervoor werd ook naar de duinen gekeken, want voor velen was dat “woeste grond” die ontgonnen moest worden. In de duinen die nu Noordhollands Duinreservaat heten, werden verschillende boerderijen gebouwd. Toch leden vrijwel alle pogingen schipbreuk. De bedrijven produceerden weinig eigen mest. Aanvoer daarvan en afvoer van producten was erg tijdrovend. Er waren in die tijd nog nauwelijks wegen.

Duinen zijn uniek. Dit komt door hun woelige ontstaan: een combinatie van een ruig klimaat, zand, wind en water. De voorwaarden hiervoor bestaan maar op weinig plekken op de wereld. De zeebodem moet van zand zijn dat door rivieren uit het achterland wordt aangevoerd. De overheersende wind blaast landwaarts en de zee mag niet diep zijn. Ook de verschillen tussen eb en vloed zijn niet extreem groot. Die voorwaarden zijn in West-Europa vooral langs de kust van Noord-Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken aanwezig. In die strook zijn de Nederlandse duinen verreweg het grootste en meest aaneengesloten gebied. Vandaar het grote nationale, maar ook internationale belang dat de duinen - en dus ook het Noordhollands Duinreservaat - vertegenwoordigen.
Bron
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Vond je dit een leuke route?