Goylant per fiets (Noordroute)

  • 33 KM
Beheerder
Goois Natuurreservaat
Startpunt
De route start bij de parkeerplaats op Spanderslaan 1 Hilversum.

Toon aanrijroute

Parkeergelegenheid
Parkeergelegenheid aanwezig.
Type markering
De route wordt gemarkeerd met klein ovalen plaatjes (bruin met dunne gele rand) waarop een naar rechts of links afbuigend bandenspoor staat afgebeeld. Een rood plaatje met twee gekruisde bandensporen betekent dat een verkeerde weg is gevolgd.
Kenschets
De fietsroute door het noordelijk deel van het Gooi laat alle typische Gooise Landschappen zien. Beginnend met het Spanderswoud, door de meent (weilanden) langs het Naardermeer via Vesting Naarden door de Naarder Eng (akkergebied) langs de Gooimeerkust om vervolgens te besluiten met de Westerheide. Meer landschappelijke variatie in een tocht is bijna niet mogelijk.
Omschrijving
Spanderswoud

In het bosgebied Spanderswoud (begin van de tocht) blijft dood hout in het bos liggen. Bij de omvorming van dit oorspronkelijke productiebos naar een natuurlijker bos zijn bomen geveld of omgetrokken zodat natuurlijke verjonging een kans krijgt. Ook blijven, net als in een natuurlijk bos, afgestorven bomen staan.

’s Gravelandse landgoederen

Bantam is een van de ’s Gravelandse landgoederen, ontstaan in de tijd van de Verenigde Oost-Indische Compagnie; de naam ‘Bantam’ - een stad op het eiland Java – verwijst daar naar.

Meent

Zowel ten westen als ten oosten van de Heuvelrug ’t Gooi liggen meentgronden. Dit zijn lagergelegen weilanden die vroeger gemeenschappelijk bezit waren van de Erfgooiers.

Naardermeer

Verderop komt u tussen de weilanden van de Bovenmeent. Deze grenzen aan het Naardermeer. Nederlands oudste natuurmonument dat in 1906 door Natuurmonumenten is aangekocht.

Vestingstad Naarden

Naarden was al in de 14e eeuw een vestingstad en lag heel strategisch in een moerasgebied op de route naar Amsterdam. Na 1672 werd de vesting vergroot, waarbij de stervorm met een dubbele ring van grachten en verdedigingswerken (wallen, bastions en ravelijnen) ontstond

De Oostdijk

De Oostdijk loopt vanaf de vesting richting A1 – die hier ‘Weg om de Noord’ wordt genoemd. In de tunnel onder de A1 liggen aan weerszijden stobbenwallen – takken, boomstronken en wortelkluiten - om ervoor te zorgen dat kleine dieren, maar ook reptielen en amfibieën, makkelijker van de ene naar de andere kant van de snelweg kunnen komen. Door dit soort ‘ontsnipperingsmaatregelen’ staan de natuurgebieden in het Gooi beter met elkaar in verbinding.

De Naardermeent

De Naardermeent, het weiland tussen de Oostdijk en de Zanddijk langs het Gooimeer, is aangewezen als staatsnatuurmonument. Het beheer is gericht op weidevogels: hoge waterstanden en pas laat in het voorjaar, na 15 juni, maaien. In het weiland broeden grutto, kievit, tureluur en scholekster. Tegenwoordig hebben de dijken - de Oostdijk als winterdijk en de Zanddijk als zomerdijk - hun functie grotendeels verloren. Dat was heel anders in de tijd van de Zuiderzee vóór de aanleg van de Afsluitdijk in 1932.

Zanderij met afvoersloot

U fietst langs oude beuken met daarachter een dieper gelegen weiland (rechts), dat 3 à 4 meter is afgegraven. Het zand werd met trekschuiten over speciaal daarvoor gegraven vaarten en sloten afgevoerd naar Amsterdam. Landgoed Oud Naarden (links) ligt ter hoogte van de plek waar, verderop in de zee, tot in de 14e eeuw het oude Naarden lag, dat bij een stormvloed door de zee is verzwolgen.

Naarder Eng

Langs het Gooimeer ligt De Naarder Eng, in beheer bij het Goois Natuurreservaat. De eng, onderdeel van het oude akkergebied rond de voormalige nederzetting ‘Oud Naarden’, bestaat uit een afwisseling van akkers, houtwallen en eikenbosjes. Op de glooiende akkers groeien traditionele gewassen als rogge en boekweit.

Eikenhakhout

Rechts van het pad langs het Gooimeer groeien zomereiken die eens in de 7 jaar worden afgezaagd. Stammetjes en takken die elke keer weer uit de stobbe groeiden werden vroeger gebruikt door boeren, bakkers en leerlooiers. De boeren hadden rasterpalen nodig, de bakkers takkenbossen voor de oven en de leerlooiers haalden looizuur uit de bast om er leer mee te looien. Later raakte dit in onbruik en werd één telg gespaard om tot boom uit te groeien. Zulke ‘spaartelgenbossen’, met dunne, grillige stammetjes, komen veel voor in het Gooi, ook langs deze route.

Aalberg

Enkele honderden meters verderop ligt aan de rechterhand de Aalberg (9 m), een fraai uitzichtspunt (met informatie) over het Gooimeer. Het is te bereiken door bij het routepaaltje (met rode pijl en nummer 19) omhoog te gaan. Mooi is te zien dat de Utrechtse Heuvelrug is aangevreten door de Zuiderzee en ‘wegduikt’ in het water. Ook is het een goed punt om vogels te observeren, zoals kleine zwanen in de winter en talloze water- en rietvogels. Ze vinden voedsel in het ondiepe water en op de moddervlaktes langs de kust.

Limitische Heide

De Limitische Heide is een van de kleinere heidevelden van het Goois Natuurreservaat. Het is een voormalig stuifduingebied, ontstaan door een te intensieve begrazing met schapen. Ook nu nog zijn er overal zandheuveltjes. De naam Limitische Heide is niet zomaar gekozen. De heide was bijna opgeslokt door zandwinningen, die veel geld opleverden. Vanuit Naarden werd er zo enthousiast gegraven, dat de overheid een grens (limiet) stelde. Die grens lag bij de Limitische Heide. Op de Limitische Heide komt de vrij zeldzame zandhagedis voor.

Ontsnippering van heideveldjes

Door speciale faunapassages worden de Limitische Heide, de Nieuwe Bussummer Heide en de Vliegheide beter met elkaar verbonden. Zo ontstaat er een groter leefgebied met meer kansen voor de natuur. Om de vergrassing en verbossing tegen te gaan, worden de drie heidevelden begraasd door runderen. Dat gebeurt met wisselbegrazing, waarbij de grazers telkens van gebied veranderen.

Tafelberg- en Blaricumerheide.

Bij het beheer van deze heidevelden is gekozen voor een combinatie van begrazing (Schotse hooglanders en schapen) en verschraling (maaien, afplaggen). Er is in 1990 een schaapskooi gebouwd voor ca. 45 Drentse heideschapen. De mest uit de Gooise schaapskooi wordt, net als vroeger, gebruikt voor bemesting van akkers. Overdag lopen de schapen vrij rond over de afgerasterde heide. ’s Morgens, rond acht uur, gaan ze de deur uit, en ’s middags, tegen vier uur, komen ze vanzelf weer terug. Op zondagen van 14.00 tot 16.00 uur is de kooi open en kunt u een kijkje nemen.

Uitzichtpunt De Tafelberg

Het hoogste punt van het Gooi, de Tafelberg (36,4 m). Zo’n 200 jaar geleden kon je vanaf deze berg de Domtoren in Utrecht, het eiland Pampus en de verschillende kerktorens van de Gooise dorpen zien. Er was vrijwel geen bos, zodat er een vrij uitzicht was over de onafzienbare heidevelden.

Leemwinning

Een zijstraat (rechts) van de Tafelbergweg heet Leemzeulde, een naam die herinnert aan de vroegere leemwinning op de Blaricumerheide. Leem is een kleiachtige grondsoort, die werd gebruikt om de vloer te verharden en om wanden te pleisteren. Op de restanten leem die nog in de kuilen op de Blaricumerheide te vinden zijn, groeit een vrij zeldzame vegetatie.

Oude akkers met boekweit en rogge

De akker langs de Tafelbergweg in Laren behoort, samen met enkele andere akkers, tot de Laarder Eng. Ze worden beheerd door de stichting Oude Landbouwgewassen Laren, een organisatie die het verbouwen van oude landbouwgewassen als rogge en boekweit bevordert.

Kunstenaarskolonie Laren

Langs de route staan enkele traditionele Larense boerderijen. Kenmerkend is de zij-ingang met een verhoogd dak. Laren was in begin van de 19e eeuw een brinkdorp. Het akkergebied (eng), de heidevelden, de meenten en de bossen waren in gemeenschappelijk gebruik. De boeren hadden een karig bestaan. Maar juist dit eenvoudige, soms ook barre boerenleven trok veel kunstenaars aan. Zij kwamen naar Laren om inspiratie op te doen in een landelijke omgeving. Bekende namen van Larense schilders zijn Jozef Israëls, Albert Neuhuys en Anton Mauve. Zij ontmoetten elkaar in het ‘Kroegje’ van Jan Hamdorff en zorgden met hun schilderijen voor landelijke bekendheid van Laren. In het Singermuseum zijn regelmatig tentoonstellingen van Larense kunstenaars te zien.

Driften

Ook de akker langs de Oude Drift wordt beheerd door de stichting Oude Landbouwgewassen Laren. Het woord ‘drift’ is afgeleid van ‘drijven’, ‘opdrijven’. Langs de driften werden de schapen van de schaapskooi naar de heide gedreven en weer terug. Niet alleen in Laren, maar overal in het Gooi zijn straatnamen te vinden met het woord ‘drift’ erin, zoals Schapendrift of Melkdrift.

Waterwingebied

De Westerheide is een waterwingebied. Achter de bomen staat de watertoren van Laren, een ontwerp van de architect Wouter Hamdorff. Er liggen winputten van zo’n zestig meter diep, die drinkwater naar boven halen. Het drinkwater is van hoge kwaliteit en gaat vrijwel ongezuiverd het waterleidingnet in.

St. Janskerkhof

Op dit punt bent u niet ver verwijderd van een historische plek, het St. Janskerkhof (aan de overkant van de Hilversumseweg). Het is de oudst bewoonde plek in het Gooi. Het kerkhof was eeuwenlang de enige begraafplaats in een wijde omtrek. Vanuit alle windstreken liepen er ‘doodwegen’ heen, brede zandpaden naar het kerkhof. Het karrespoor langs het fietspad op de Westerheide is een van de doodwegen, in dit geval naar Ankeveen.

Geologisch Museum Hofland

Het bij het St. Janskerkhof gelegen kindvriendelijke Geologisch Museum Hofland bezit een uitgebreide collectie zwerfstenen, mineralen en fossielen. In de gesteentetuin geven ‘gidsgesteenten’ de herkomstgebieden van Gooise zwerfstenen aan. De stenen in het Gooi zijn voor meer dan de helft afkomstig uit Uppland, een Zweedse provincie ten noorden van Stockholm. Ook worden er stenen gevonden uit de Ardennen, de Hunsrück, het Sauerland en het Taurusgebergte.

Gevarieerde heide

Voorbij het wildrooster, op een paar honderd meter afstand van de informatiezuil, is het heidelandschap op z’n mooist. In het licht golvende terrein met hier en daar zand-, grind- en leemkuilen groeien heideplanten, vooral struikheide, maar ook brem, berken, eiken en krentenboompjes met hun mooie witte voorjaarsbloesem. Het heidelandschap is hier zeer gevarieerd en daardoor erg aantrekkelijk voor verschillende planten, dieren en vogels.

Grafheuvels en urnenvelden

Langs de route over de Westerheide zijn rechts en links grafheuvels te zien, meestal begroeid met gras. De oudste Gooise grafheuvels dateren van ongeveer 5000 jaar geleden, uit de tijd dat de eerste boeren zich op de hogere gronden in het Gooi vestigden. De grafheuvels liggen op open plaatsen om het contact tussen levenden en doden te benadrukken.

Aardjesberg

Op de Aardjesberg – te herkennen aan het grasland op de glooiende helling en de talloze krentenboompjes - is een drinkplaats voor de runderen die op deze heide grazen. In de bodem van de Aardjesberg ligt keileem dat na de ijstijden is achtergebleven.

Gebed zonder End

De Bussummer- en Westerheide vormen samen het grootste heidegebied van het Gooi, slechts onderbroken door de eikensingel langs de Nieuwe Crailose Weg. De bijna 4 km lange kaarsrechte weg, in de volksmond ook wel ‘Gebed zonder End’ genoemd, is ooit aangelegd om de heidevelden te ontginnen en te bebossen. Gelukkig is dat plan niet doorgegaan.

Natuurbrug Crailo

Midden op de Crailose Brug is, in noordelijke richting, de enorme barrière tussen het Spanderswoud (links) en de heidevelden (rechts) te zien. De in aanleg zijnde Natuurbrug Zanderij Crailo (ca. 500 meter noordwaarts te zien) moet letterlijk een brug slaan tussen de van elkaar gescheiden natuurgebieden. In de Zanderij Crailo ligt het eindpunt van de route.

Bron
Goois Natuurreservaat

Vond je dit een leuke route?

Beoordelingen

Karen - vrijdag 23 oktober 2020

Wat een ongelofelijk leuke route! Zo veel afwisseling, een prettige afstand. Goed aangegeven, maar ik heb toch op .gpx gereden.